De majeur en mineur toonsoorten
Wanneer je een toonladder in een majeur of mineur toonsoort wil zetten, is het belangrijk om te weten wat het verschil is tussen beide. Hieronder vind je alle informatie over de majeur en mineur toonsoorten.
Nog niet helemaal vertrouwd met de terminologie? In een andere blog vertellen we meer over toonladders, toonsoorten en toonaarden.
Om te begrijpen hoe de majeur en mineur toonsoorten in elkaar zitten, vertellen we je eerst hoe een toonladder is ontstaan. Een octaaf bestaat uit 8 noten, waarbij de toon van de laatste noot dubbel zo hoog klinkt als die van de eerste noot.
Halve tonen en noten
Toch is het niet zo dat het octaaf in 8, maar wel in 12 gelijke delen is verdeeld. Deze worden halve tonen genoemd. De reden hiervoor is eigenlijk heel eenvoudig: op deze manier klinkt het beter.
De 7 meest gebruikte halve tonen kregen een naam: do, re, mi, fa, sol, la en si. De achtste noot van het octaaf heeft terug dezelfde naam als de eerste noot.
Door die 7 notennamen toe te wijzen aan de meest gebruikte van de 12 halve tonen van het octaaf, krijg je een duidelijke verdeling.
Soms zitten er twee halve tonen (een hele toon) tussen 2 opeenvolgende noten, soms maar één. Tussen de mi en de fa en tussen de si en de do zit steeds maar één halve toon.
De eenvoudigste manier om dit te onthouden is door te kijken naar een piano. De witte en de zwarte toetsen stellen elk een halve toon voor en de notennamen komen overeen met de witte toetsen. Tel hoeveel stappen je naar rechts zet om van de ene witte toets naar de andere te gaan en dan weet je hoeveel halve tonen er tussen die noten zitten.
Dankzij dit overzicht zie je trouwens ook waarom sommige kruisen en mollen bijna niet gebruikt worden. Op de piano klinkt mi♯ namelijk net hetzelfde als fa.
Nu je weet hoe de toonladder van een octaaf in elkaar zit, kan je kijken naar hoe de toonladder verandert naarmate de toonsoort die je gebruikt.
In de Westerse muziek worden meestal de kerktoonsoorten gebruikt. Voor elk van de 7 meest gebruikte halve tonen maakten ze een toonladder, die telkens begint op die noot. Je hebt er met andere woorden eentje die begint bij de do, eentje die begint bij de re, enzovoort.
De meest gebruikte kerktoonsoorten zijn die die beginnen bij de do (majeur) en bij de la (mineur).
Majeur
Hoe de majeur toonsoort is opgebouwd hebben we hierboven al uitgelegd. Je begint bij de do en gaat vervolgens verder met halve en hele tonen. De structuur hierbij is hele - hele - halve - hele - hele - hele - halve toon.
Hieronder zie je op de notenbalk de toonaard C majeur: een majeur toonsoort in C, die met andere woorden begint bij de do.
Het overzicht van alle andere majeur toonaarden kan je onderaan deze pagina gratis downloaden.
Mineur
De mineur toonsoorten klinken vaak zwaarder dan hun vrolijke majeur tegenhangers. Dit komt omwille van de manier waarop de noten zich ten opzichte van elkaar gedragen wanneer ze samen gespeeld worden: de gespeelde noten bestaan uit meerdere frequenties en de frequenties in mineur reageren anders samen dan die in majeur. Eigenlijk is dit iets dat ons voornamelijk is aangeleerd, want er bestaan ook heel wat vrolijke stukken in mineur. In de middeleeuwen werden stukken in mineur net als blij ervaren.
De opbouw van deze toonsoorten is iets complexer. Er zijn 3 varianten die men wendingen noemt.
Mineur natuurlijk
We beginnen bij de 'gewone' of natuurlijke wending. Hierboven las je al dat de mineur toonsoort begint bij de la. De structuur in de natuurlijke mineur toonsoort is hele - halve - hele - hele - halve - hele - hele toon.
Hieronder zie je op de notenbalk de toonaard A mineur: een mineur toonsoort in A, die met andere woorden begint bij de la.
Net als bij C majeur zijn de 7 grondnoten die in deze toonaard voorkomen natuurlijk, dus zonder kruisen en mollen. Dit zijn overigens de enige twee toonaarden waarin dit het geval is, daarom noemt men ze parallelle toonaarden: ze bestaan uit exact dezelfde grondnoten.
Naast de parallelle toonaarden (waar de grondnoten dezelfde zijn, maar de eerste noot verschillend is) heb je ook nog relatieve toonaarden. Dit zijn 2 toonaarden waarbij de eerste noot wel dezelfde is (C majeur en C mineur), maar de grondnoten dus verschillend kunnen zijn, zoals mi die mi♭ wordt.
Ter vergelijking vind je hieronder ook de toonaard C mineur.
Je merkt dat hier wel mollen zijn toegevoegd aan de noten. Dit komt omdat we de vaste mineur-structuur blijven volgen en sommige grondnoten daardoor een mol hebben gekregen.
Mineur harmonisch
In de majeur toonsoort is er een halve toon tussen VII en VIII. Dit zorgt voor een natuurlijke spanning, waardoor je het gevoel hebt dat, wanneer je VII speelt, je naar VIII getrokken wordt. Dit noemt men de leidtoon: hij leidt je naar VIII. In een natuurlijke mineur toonsoort heb je dit niet, want daar zit een hele toon tussen VII en VIII. Om deze spanning ook in de mineur toonsoort te creëren, kan je VII met een halve toon verhogen. Dit doe je met een wijzigingsteken (kruis of herstellingsteken) dat bij de noot zelf staat in plaats van aan de voortekening.
Doordat je tussen VII en VIII een halve toon creëert, zal er tussen VI en VII anderhalve toon ontstaan.
Vaak wordt dit niet in het volledige muziekstuk gebruikt, maar pas op het einde, ter afsluiting van het stuk.
Mineur melodisch
Omdat je in de mineur toonsoort met harmonische wending plots anderhalve toon hebt tussen VI en VII, kan je dit verder oplossen door ook VI met een halve toon te verhogen.
Eigenlijk ga je op die manier de natuurlijke mineur toonsoort doen overgaan in de majeur toonsoort. Je start mineur met hele - halve - hele (de kleine terts), maar gaat dan over in majeur met hele - hele - hele - halve.
Het volledige overzicht van alle toonaarden in majeur en mineur kan je in onze overzichtelijke PDF downloaden.
Download gratis 'De majeur en mineur toonsoorten'
Vul je gegevens in, zodat we de PDF naar je mailbox kunnen verzenden.
Andy Sergeant
Als ervaren muzikant en leerkracht muziek helpt Andy je op een ontspannen manier om jouw muzikale ambities achterna te gaan.
Bij Coach My Band kiezen we voor coachings met veel boem boem en weinig bla bla. Daarom vind je alle bla bla gratis op onze website, zodat we tijdens de sessies kunnen focussen op ‘doen’, want daar draait het allemaal om in de muziek.
Andere blogs
- Het verschil tussen toonsoort en toonaard
- Intervallen: groot en klein … of rein
- Zo zit dat:Intervallen